Veldhockey speelveld 11 tegen 11

Op 18 juli 2025 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

• voorschriften voor niet zelfstandige 9 tegen 9 velden;
• voorschriften over kleuren van hockeybelijning in nieuwe situaties.

Het aantal velden dat een vereniging nodig heeft, wordt bepaald met een planningsnorm.

Ten opzichte van zon en wind is de as van het hoofdveld gelijk aan de as NNW – ZZO.

De kleed- en club accommodatie ligt centraal ten opzichte van de velden.

De adviezen over situering zijn gericht op veiligheid, comfort en energiebesparing.

De begrenzing van de accommodatie ligt ten minste op 50 meter afstand van bebouwing.

De eigenaar/verhuurder van een sportcomplex garandeert een veilig gebruik van de accommodatie door sporters en publiek.

De vorm van het speelveld is een rechthoek.

De afmetingen van een speelveld zijn 91,4 meter x 55,0 meter

De tolerantie van de afmetingen van een speelveld is +/- 50 mm.

De tolerantie voor overige afmetingen op tekening D003 hockeyveld 11 tegen 11 is +/- 20 mm.

Deze standaardafmetingen gelden op alle niveaus voor 11 tegen 11 veldhockey.

De belijning van het speelveld voldoet aan de tekening D0003 hockeyveld 11 tegen 11.

De belijning is 75 mm breed.

De tolerantie van de belijning is +/- 10 mm.

De belijning is egaal van kleur en strak.

De belijning heeft een duidelijk contrasterende kleur met het veld.

De kleur van de belijning is wit.

De grenslijnen van het speelveld zijn de zijlijnen en de achterlijnen.

De zijlijnen zijn 91.400 mm lang.

De achterlijnen zijn 55.000 mm lang.

De achterlijnen sluiten aan op de uiteinden van de zijlijnen.

De doellijn is het deel van de achterlijn tussen de doelpalen.

In het midden van het speelveld ligt over de volledige breedte van het speelveld een middellijn.

Op 22.900 mm van de buitenzijde van beide achterlijnen liggen over de volledige breedte van het speelveld de 23 m-lijnen.

Buiten het speelveld zijn haaks op de zijlijnen lijntjes aangebracht.

De lijntjes liggen op 14.630 mm van iedere hoekvlag, gemeten van de buitenzijde van de achterlijnen tot de buitenzijde van deze lijnen.

De lijntjes zijn 300 mm lang.

Buiten het speelveld zijn haaks op de achterlijnen, aan weerszijden van de doelen, lijntjes aangebracht.

De lijntjes liggen op 5.000 mm en op 10.000 mm, gemeten van de buitenzijde van de doelpalen tot de buitenzijde van deze lijnen.

De lijntjes zijn 300 mm lang.

Buiten het speelveld zijn haaks op de achterlijnen, aan weerszijden achter de doelpalen, lijntjes aangebracht.

De lijntjes liggen op 1.830 mm van het midden van de achterlijn.

De lijntjes zijn 150 mm lang.

Aan beide zijden van het veld ligt gezien vanuit de achterlijn de cirkel.

De cirkel wordt begrensd door de lijnen van twee kwartcirkels en door een rechte lijn.

De lijn van de cirkel heet cirkellijn.

De cirkellijn is ononderbroken.

Op de kop van de cirkel ligt in het midden van het veld een rechte lijn van 3.660 mm.

De rechte lijn op de kop van de cirkel ligt evenwijdig aan de achterlijn.

De buitenzijde van de rechte lijn op de kop van de cirkel ligt op 14.630 mm van de buitenzijde van de doellijn.

Vanaf de buitenpunten van de rechte lijn op de kop van de cirkel loopt de cirkellijn in een kwartcirkel tot de achterlijn met een straal van 14.630 mm met als middelpunt de binnenhoek van de dichtstbijzijnde doelpaal.

Op 5.000 mm van de buitenzijde van de cirkellijn ligt een onderbroken lijn.

Elke onderbroken lijn start met een getrokken deel ter hoogte van het middelpunt van de kop van de cirkel.

De middelste lijn van de onderbroken cirkel start precies ter hoogte van het middelpunt van de kop van de cirkel.

De middelste lijn van de onderbroken cirkel ligt parallel aan de doellijn.

De lijnen hebben een lengte van ten hoogste 300 mm.

De onderbrekingen van de lijn tussen twee lijnen hebben een lengte van 3.000 mm.

Voor de cirkel zie tekening D0244 doelgebied

Strafbalstippen hebben een diameter van 150 mm.

De tolerantie van de diameter van de strafstip is +/- 10 mm.

Strafbalstip ligt recht voor elk doel

Het middelpunt van een strafbalstip ligt op een denkbeeldige lijn die haaks staat op het midden van de doellijn.

Het middelpunt van een strafbalstip ligt op 6.400 mm van de binnenzijde van de doellijn.

Voor het aanbrengen van een extra belijning naast de bestaande hockeybelijning is dispensatie van het bondsbestuur vereist

Voor overige hockeybelijning hoeft geen dispensatie te worden aangevraagd, tenzij er een andere kleur dan voorgeschreven wordt toegepast

Rondom elk speelveld ligt een veiligheidszone, de uitloopruimte.

De uitloopruimte voldoetaan dezelfde technische eisen die aan het speelveld worden gesteld,behalve voor de laatste 500 mm vanaf de veldafzetting, indien dat uit verhardingsmateriaal bestaat.

De laatste 500 mm van de uitloop vanaf de rand van het speelveld mag uit verhardings-materiaal bestaan.

De uitloopruimte achter de achterlijn is ten minste 4.000 mm breed.

De uitloopruimte naast de zijlijn is ten minste 2.000 mm breed.

De uitloopruimte achter de achterlijn is ten minste 5.000 mm breed voor velden die gebruikt worden voor internationale wedstrijden.

De uitloopruimte naast de zijlijn is ten minste 3.000 mm breedvoor velden die gebruikt worden voor internationale wedstrijden.

De uitloopruimte is volledig obstakelvrij.

Lichtmasten, speelveldafzetting, dug-outs, ballenvangers, gebouwen, vlaggenmasten, bomen/beplanting, verharde paden, cameraposities en dergelijke zijn obstakels.

De aansluiting tussen het onverharde en het verharde deel van de uitloop is drempelvrij.

De uitloop mag in een andere kleur dan het speelveld worden uitgevoerd.

De hoeken van het speelveld mogen worden afgerond, zie voorbeeld tekening D0100 Voorbeeld afronding hoeken hockeyveld.

Het speelveld van 9 tegen 9 wordt uitgezet op een speelveld voor 11 tegen 11.

Belijning voor 9 tegen 9 speelvelden mag worden ingesneden in het kunstgrasveld voor 11 tegen 11

Er kan per speelveld voor 11 tegen 11 één speelveld voor 9 tegen 9 worden toegepast. Er wordt gespeeld in de dezelfde richting als het standaardveld.

De achterlijn, de zijlijnen en de 23 meter lijn van een standaard veld voor 11 tegen 11 worden als grenslijnen gehanteerd.

De cirkel van een 11 tegen 11 speelveld wordt gereproduceerd op de 23 meter lijn aan één enkele zijde van het veld.

Zie tekening voor de belijning van een niet zelfstandig 9 tegen 9 speelveld

De cirkel heeft een onderbroken lijn.

De cirkel heeft dezelfde afmetingen en opbouw als de cirkel van een standaard veld, behoudens de onderbroken lijn.

Het hart van de cirkel ligt in het midden van de 23-meterlijn.

De middelste lijn van de oefencirkel ligt parallel aan de achterlijn.

De lijnen hebben een lengte van ten minster 1200 mm met een tolerantie van 10 mm. De eerste lijnstukken vanaf de zijlijn gezien hebben een lengte van 600 mm met een tolerantie van 200 mm.

De onderbrekingen van de lijn tussen twee lijnen hebben een lengte tussen de 800 mm met een tolerantie van 10 mm.

De lijn van de cirkel is 50 mm breed.

De kleur van de lijn van de cirkel is toen of gelijk aan de uitloop van het veld

Op beide achterlijnen van de oefencirkels staan twee doelen

De doelen zijn gelijk aan de doelen voor 11 tegen 11.

De doelen staan precies in het midden van de achterlijn van een oefencirkel

Oefencirkels worden toegepast voor de speelvelden van 7 tegen 7 en 8 tegen 8

Oefencirkels worden uitgezet op een speelveld voor 11 tegen 11.

De oefencirkels mogen worden ingesneden in het kunstgrasveld voor 11 tegen 11

Op beide helften van een standaard veld kunnen oefencirkels worden aangebracht

De achterlijn, de zijlijnen en de middellijn van een standaard veld voor 11 tegen 11 worden als grenslijnen gehanteerd.

De middellijn en de achterlijn van het 11 tegen 11 veld zijn de zijlijnen van de oefencirkels

De zijlijnen tussen de middellijn en de achterlijn van het 11 tegen 11 veld zijn de achterlijnen van de oefencirkels

Het doelgebied van een oefencirkel wordt gemarkeerd met een 15-meterlijn.

De 15-meterlijn wordt getrokken of gemarkeerd met pylonen op de zijlijnen van het oefencirkel veld

Zie tekening D0005 8 tegen 8 hockeyveld

Op beide achterlijnen van de oefencirkels staan twee doelen

De doelen zijn gelijk aan de doelen voor 11 tegen 11.

De doelen staan precies in het midden van de achterlijn van een oefencirkel

Het doel voor het 11 tegen 11 veld wordt verwijderd, of naar achteren geplaatst, als het kwartveld wordt gebruikt voor oefencirkels

Een oefencirkel heeft een onderbroken lijn.

Oefencirkels hebben dezelfde afmetingen en opbouw als de cirkel, behoudens de onderbroken lijn.

De middelste lijn van de oefencirkel ligt precies in het midden van de 23-meterlijn.

De middelste lijn van de oefencirkel ligt precies op 14.630 mm vanaf de zijlijn.

De middelste lijn van de oefencirkel ligt parallel aan de zijlijn.

De lijnen hebben een lengte van ten minster 1200 mm met een tolerantie van 10 mm. De eerste lijnstukken vanaf de 23 meter lijn gezien hebben een lengte van 600 mm met een tolerantie van 200 mm.

De onderbrekingen van de lijn tussen twee lijnen hebben een lengte tussen de 800 mm met een tolerantie van 10 mm.

De lijnen van de oefencirkel zijn 50 mm breed.

De kleur van de lijn van de oefencirkel is geel

De speelvelden van 6 tegen 6 worden uitgezet op een speelveld voor 11 tegen 11.

De speelvelden 6 tegen 6 mogen worden niet worden ingesneden in het kunstgrasveld voor 11 tegen 11. De lijnen moeten worden gespoten of gemarkeerd.

Op het standaardspeelveld kan op elk kwart veld 6 tegen 6 gespeeld worden.

De achterlijn, de zijlijnen, de middellijn en de 23-meterlijnen van een standaard veld voor 11 tegen 11 worden als grenslijnen gehanteerd.

Het doelgebied van een veld voor 6 tegen 6 wordt gemarkeerd met een 10-meterlijn.

De 10-meterlijn wordt gemarkeerd met pylonen op de zijlijnen van het veld voor 6 tegen 6.

Zie tekening D0029 6 tegen 6 hockeyveld

Op beide achterlijnen van een veld voor 6 tegen 6 staan twee doelen.

De doelen zijn gelijk aan de doelen voor 11 tegen 11.

De doelen staan precies in het midden van de achterlijn van een veld voor 6 tegen 6.

Het doel voor het 11 tegen 11 veld wordt verwijderd, of naar achteren geplaatst, als het kwartveld wordt gebruikt voor velden voor 6 tegen 6.

De speelvelden van 3 tegen 3 worden uitgezet op een speelveld voor 11 tegen 11.

De speelvelden 3 tegen 3 mogen worden niet worden ingesneden in het kunstgrasveld voor 11 tegen 11. De lijnen moeten worden gespoten of gemarkeerd.

Op het standaardspeelveld kan op elk kwart veld, het veld in 2 veldjes worden verdeeld om 3 tegen 3 te spelen.

Het veld ligt in de lengterichting tussen de zijlijn en de dichtstbijzijnde doelpaal van een veld voor 11 tegen 11.

Zie tekening D0006 3 tegen 3 hockeyveld

De achterlijnen van het veld voor 3 tegen 3 zijn de zijlijnen van het veld voor 11 tegen 11 en de denkbeeldige lijnen die haaks op de achterlijn liggen vanaf de dichtstbijzijnde doelpaal van een veld voor 11 tegen 11.

Afhankelijk van het kwartveld dat wordt gebruikt zijn zijlijnen van het veld de achterlijn en de 23 meterlijn, of de 23 meterlijn en de middellijn van een veld voor 11 tegen 11.

Het doelgebied van een veld voor 3 tegen 3 wordt gemarkeerd met een 5 meterlijn.

De 5 meterlijn wordt gemarkeerd met pylonen op de zijlijnen van het veld voor 3 tegen 3.

Op beide achterlijnen van een veld voor 3 tegen 3 staan twee doelen.

De doelen worden gemarkeerd door twee pylonen.

De doelen staan 4.000 mm van de zijlijn van het veld voor 3 tegen 3.

De breedte van een doel tussen twee pylonen is 2.000 mm.

Het doel voor het 11 tegen 11 veld wordt verwijderd, of naar achteren geplaatst, als het kwartveld wordt gebruikt voor velden voor 3 tegen 3.

Boven het speelveld bevinden zich geen hinderlijke of gevaarlijke obstakels.

Groenvoorzieningen in de omgeving van het speelveld veroorzaken geen hinder of gevaar.

Hockeyvelden voor competitiegebruik zijn goedgekeurd door de KNHB.