Speelveldinrichting Veldhockey

Een hockeydoel voldoet aan NEN-EN 750: 2004.

Het doel staat in het midden van de achterlijn.

De achterzijde van de doelpalen staan tegen de buitenzijdevan de achterlijn.

Het doel bestaat uit twee doelpalen, een doellat, een achterplank, twee zijplankenen een frame.

Alle elementen van de constructie zijn stevig met elkaar verbonden en vormen één constructief geheel.

Zie tekening D0028 Hockeydoel

Het doel bestaat aan de voorzijde uit twee verticale doelpalen en een doellat.

De doelpalen staan 3.660 mm uit elkaar staan, gemeten vanaf de binnenzijde van de doelpalen.

Doelpalen en doellat

De hoogte van de horizontale doellat is 2.140 mm vanaf de grond (binnenwerks gemeten).

De doelpalen en de doellat zijn rechthoekig.

De doelpalen en de doellat zijn 50mm breed.

De doelpalen en de doellat zijn 75 mm dik.

De kleur van de doelpalen en de doellat is wit, of geel.

De doelpalen mogen niet boven, voor en achter de lat uitsteken.

De doellat mag niet naast, voor en achter de doelpalen uitsteken.

Achterplanken

De achterplank is 3.660 mm lang.

De achterplank is 460 mm hoog.

De achterplank is op de grond geplaatst, binnen de doelnetten.

De achterplank staat op ten minste 1.200 mm van de achterzijde van de doellijn.

De achterplank is bevestigd aan het uiteinde van de zijplanken.

De achterplank staat evenwijdig aan de doellijn.

De zijplanken zijn 1.200 mm lang.

Een zijplank is 460 mm hoog.

De zijplanken staan haaks op de achterlijn.

Kleur planken

De achterplank en de zijplanken hebben aan de binnenzijde een donkere kleur.

Ruimte in het doel

De ruimte buiten het veld, achter de doelpalen en doellat, omsloten door het net, de zijplanken en de achterplank, is ten minste 900 mm diep ter hoogte van de doellat.

De ruimte buiten het veld, achter de doelpalen en doellat, omsloten door het net, de zijplanken en de achterplank, is ten minste 1.200 mm diep op grondniveau.

Er bevinden zich doelnetten aan de achterzijde van de doelpalen, de doellat, de achterplank en de zijplanken.

Doelnetten hangen vrij in het frame.

De doelnetten moeten buiten het doel hangen, of zijn zodanig vastgemaakt aan de zij- en achterwand, dat de doelnetten vrij hangen.

Een bal kan niet vanuit het net terugkaatsen het speelveld in.

De ruimte tussen de bevestigingen van het net aan de doelpalen is ten hoogste 150 mm.

De doelnetten zijn zo bevestigd, dat de bal niet tussen het net en de doelpalen, de doellat of de achter- en zijplanken, het doel kan verlaten.

De mazen van het doelnet zijn ten hoogste 45 mm.

Locatie

Op de vier hoeken van het veld staat een hoekvlag.

Samenstelling

De hoekvlag bestaat uit een vlaggenstok en een vlag.

Grondput voor hoekvlag

Op de vierhoeken van het veld is een grondput voor de hoekvlag.

Hoekvlaggenstok

De hoekvlaggenstok is ten minste 1.200 mm hoog vanaf de grond.

De hoekvlaggenstok is ten hoogste 1.500 mm hoog vanaf de grond.

De vlaggenstok levert geen gevaar op voor spelers en wedstrijdleiding.

Als de vlakkenstok onbreekbaar is, heeft de vlaggenstok een veer als basis.

Hoekvlag

De hoekvlag heeft een lengte van ten hoogste 300 mm.

De hoekvlag heeft een breedte van ten hoogste 300 mm.

Toepassing

Kunstgrasvelden zijn voorzien van een afzetting.

Plaatsing

De binnenzijde van de afzetting langs de zijlijnen staat ten minste 2.000 mm van de zijlijnen.

De binnenzijde van de afzetting langs de achterlijnen staat ten minste 4.000 mm van de achterlijnen.

Hoogte

De speelveldafzetting heeft een hoogte van ten minste 900 mm.

De speelveldafzetting heeft een hoogte van 1.100 mm.

Constructie en veiligheid

De speelveldafzetting heeft een stevige en veilige constructie zonder scherpe of uitstekende delen.

De veldafzetting bestaat uit metalen staanders die onderling verbonden zijn met een metalen leunbuis.

Andere materialen en constructies zijn toegestaan.

Tussen de staanders, de leunbuis en de grond is de veldafzetting voorzien van een staafmat, harmonicagaas, of een ander materiaal.

De mazen van de staafmat of het harmonicagaas zijn 40 mm.

Harmonicagaas is horizontaal en verticaal strak gespannen.

De staafmat of het harmonicagaas is met binddraad aan palen de palen bevestigd.

De staafmat of het harmonicagaas is aan de bovenzijde met binddraad aan een spandraad , of een leunbuis bevestigd.

De staafmat of het harmonicagaas is aan de grondzijde met binddraad aan een spandraad , of een onderbuis bevestigd.

De treklengte van een spandraad is ten hoogste 50 meter.

Doorgangen of Poorten

In de veldafzetting zijn openingen ten minste 2.500 mm breed.

De openingen in de veldafzetting worden afgesloten met poorthekken.

Naast de openingen zijn stootblokken geplaatst.

Bij de toegang voor de spelers, coaches en scheidsrechters is buiten de veldafzetting is een walk-off mat of inlooprooster geplaatst.

Het aantal doorgangen in de speelveldafzetting is beperkt tot het aantal dat nodig is om spelers, coaches, scheidsrechters, alsmede hulpdiensten en onderhouds-apparatuur toegang tot het speelveld te geven.

Het aantal poorten mag de totale constructie niet verzwakken.

Toegangspoorten en doorgangen in de afrastering draaien naar buiten open.

Achter het doel zijn ballenvangers geplaatst.

Ballenvangers staan op ten minste 4.000 mmachter de achterlijn.

Ballenvangers zijn ten minste 4.000 mm hoog.

Ballenvangers zijn tenminste 20.000 mm breed.

De hoogte en breedte van de ballenvangers is afhankelijk van de situatie.

Ballenvangers zijn stevige constructies.

Ballenvangers staan verankerd aan de grond.

Ballenvangers zijn constructief een eenheid met de veldafzetting.

Ballenvangers hebben harmonicagaas of een nylonnet.

De mazen van het harmonicagaas of het nylonnet zijn 40 mm.

Op andere plaatsen dan achter het doel zijn ballenvangers geplaatst als dat nodig is.

Toelichting Er zijn situaties, waarin het noodzakelijk is om naast een ballenvanger achter het doel, ook op andere plaatsen een ballenvanger te plaatsen ter bescherming van het publiek, ter bescherming van ramen en gebouwen en om te voorkomen dat ballen insloten of tuinen verdwijnen. De ballenvangers staan bijvoorbeeld langs de zijlijnen ter hoogte van de 23-meterlijnen, in de buurt van het clubgebouw, parkeerplaatsen en de openbare weg. Ballenvangers zijn zeker nodig tussen velden die in elkaars verlengde liggen of die haaks op liggen.

Factoren die de hoogte en breedte van een ballenvanger bepalen zijn:

• Het type veld (op een waterkunstgrasveld zal een bal een hogere snelheid krijgen en daarmee een langere afstand overbruggen);
• Het niveau waarop gespeeld wordt (hoe hoger, hoe sneller);
• Wat er zich naast en achter het veld bevindt (een clubgebouw, een parkeerplaats, een ander veld, een ander sportveld of een openbare weg);
• Ervaringen tijdens wedstrijden en trainingen.

In de praktijk zien we ballenvangers variërend van 4.000 mm tot 10.000 mm hoog, met vaak schuine stukken aan de randen. De breedte varieert van 20 meter tot de gehele breedte van de cirkel, of de gehele achterlijn.

Reclameborden zijn aan de speelveldafzetting bevestigd.

Reclameborden zijn stevig bevestigd.

Reclameborden en hun bevestiging kunnen geen verwondingen veroorzaken.

Reclameborden zijn rondom voorzien van een beschermende metalen lijst.

Reclameborden zijn duurzaam.

Reclameborden zijn waterbestendig.

De gemeentelijke verordeningen zijn van toepassing op reclameborden.

Bij Tv-opnamen gelden de reclamevoorschriften van het Commissariaat van de Media.

Er zijn tweedug-outs per speelveld.

De dug-outs staan aan één de zijde van het veld.

Dug-outs zijn ten minste 2.000 mm uit de zijlijn geplaatst.

De zijde van de dug-out die het dichtste bij de middellijn staat, staan ten minste 1.000 mm van de middellijn.

De zijde van de dug-out die het dichtste bij de middellijn staat, staat ten hoogste 10.000 mm van de middellijn.

Een dug-out biedt plaats aan ten hoogste 9 personen.

De hoogte van het dak van een dug-out is ten minste 2.000 mm.

Het dak van de dug-out steekt niet uit boven de obstakelvrije uitloop.

Zie C0100 Wedstrijdverlichting Veldhockey