Bowlingbanen

Een volledige bowlingbaan wordt aangelegd en geleverd door een in bowlingbanen gespecialiseerde onderneming.

Het aantal banen is ten minste 2.

De baan is een rechthoek.

De lengte van een bowlingbaan is 19.156 mm, gemeten vanaf de foutlijn tot aan het einde van het pindeck.

De lengte van de baan is exclusief de foutlijn en de achterplank.

De lengte van de aanloop voor de foutlijn is 4.752 mm.

De breedte van een bowlingbaan is ten minste 1.041.

De breedte van een bowlingbaan is ten hoogste 1.067 mm.

De breedte van de aanloop is ten minste 1.041 mm.

De breedte van de aanloop is ten hoogste 1.067 mm.

De obstakelvrijehoogte van de baan is ten minste 2.500 mm.

De afstand van de foutlijn tot het middelpunt van de 1e pinspot is 18.288 mm.

Het pindeck is 1.600 mm lang.

Het pindeck is ten minste 1.041 mm breed.

Het pindeck is ten hoogste 1.067 mm breed.

De voorzijde van de foutlijn ligt op 4.572mm van het begin van de baan.

De foutlijn ligt over de volle breedte van de baan.

De foutlijn steekt niet boven het oppervlak van de baan uit.

De foutlijn is 20 mm breed.

De markeringen zijn per bowlingcentrum uniform qua vormgeving, kleur, afmeting en wijze van aanbrengen.

De markeringen bestaan uit oriëntatiepunten en mikpunten.

De markeringen zijn ingebed in de baan.

De markeringen liggen op gelijke hoogte met het oppervlak van de baan respectievelijk de aanloop.

In geval van een houten baan zijn de merktekens bedekt met lak of een soortgelijk transparant materiaal.

In de aanloop liggen twee lijnen met oriëntatiepunten.

De oriëntatiepunten liggen op een rechte lijn parallel aan de foutlijn.

De eerste lijn met oriëntatiepunten ligt op 4.572 mm vanaf de foutlijn.

De tweede lijn met oriëntatiepunten ligt op 3.657 mm van de foutlijn.

De oriëntatiepunten liggen op de 5e, 10e, 15e, 20e, 25e, 30e en de 35e lat.

Er liggen ten minste 7 uniforme, cirkelvormige oriëntatiepunten in de aanloop op één lijn.

De afstand tussen de 2 lijnen met oriëntatiepunten is 914 mm.

De afstand tussen de oriëntatiepunten is ten minste 130 mm.

De afstand tussen de oriëntatiepunten is ten hoogste 133 mm.

De mikpunten liggen op een loodrechte lijn met de oriëntatiepunten.

De mikpunten liggen in het verlengde van de oriëntatiepunten.

De mikpunten liggen op ten minste 3.658 mm vanaf de foutlijn in de richting van de baan.

De mikpunten liggen op ten hoogste 4.877 mm vanaf de foutlijn in de richting van de baan.

De mikpunten liggen op de 5e, 10e, 15e, 20e, 25e, 30e, 35e lat.

Vanaf de foutlijn in de richting van de baan, liggen ten minste 7 mikpunten.

Een mikpunt heeft de vorm van een pen, een pijl, een ruit, een driehoek of een rechthoek.

De mikpunten liggen in een uniform patroon.

De mikpunten zijn niet breder dan een enkele lat.

De mikpunten zijn niet langer dan 914 mm.

De mikpunten liggen op gelijke afstand van elkaar in de breedte van de baan.

De baan is van kunststof of van hout.

Een houten baan is gemaakt van verlijmde, geschuurde en gelakte latten.

Gespecialiseerde ondernemingen leggen een volledige baan neer.De baan is tegenwoordig nagenoeg altijd van kunststof.

De baan ligt in iedere richting waterpas.

De aanloop ligt waterpas en op gelijke hoogte met de bowlingbaan.

De baan isvolledig obstakelvrij.

Het pindeck ligt op 9.631 mm vanaf de achterzijde van de baan.

Op het pindeck liggen 10 pinspots.

Het middelpunt van de eerste pinspot ligt op 18.288 mm vanaf de foutlijn.

Het pindeck is ten minste 1.041,4 mm en ten hoogste 1.066,8 mm.

Er liggen 10 pinspots op het pindeck.

De pinspots liggen in een vast patroon.

De pinspots zijn duidelijk gemerkt of ingelegd.

De afstand van het middelpunt van elke pinspot tot het middelpunt van elke aanliggende pinspot in schuine richting is 305 mm.

Pinspot nummer 1 ligt op gelijke afstand van beide zijden van de baan.

Pinopzetmachines hebben twee variaties: Een Freefall- of Stringmachine.

Pinopzetmachines voldoen in officiële wedstrijden aan de voorschriften van de IBF/USBC.

Een pinopzetmachine functioneert dusdanig dat geen enkele pin bij het neerzetten geheel of gedeeltelijk buiten de omtrek van de desbetreffende pinspot komt te staan.

De pins zijn gemaakt van materiaal dat voldoet aan de voorschriften van de USBC.

De pins in een set, die gelijktijdig op de baan staan, zijn uniform qua constructie, ouderdom en kleur.

De hoogte van een pin is 381 mm.

Het breedste gedeelte van de pin is 121 mm.

De hoogte van een pin heeft een tolerantie van plus en min 0,8 mm.

Het gewicht van een pin is ten minste 1.531 gram en ten hoogste 1.644 gram.

De pins in een set verschillen niet meer dan 113,4 gram van elkaar in gewicht.

Elke pin is gelakt met transparante en/of witte houtlak.

De merken en aanduidingen op de pin en/of in de hals van de pin zijn niet gelakt.

Elke pin heeft een goedgekeurd plastic voetstuk en is gemaakt van een plastic of fiber inzetstuk met een uitwendige straal van ten minste 51 mm.

Aan de onderkant van de pin steekt niets uit buiten het voetstuk of inzetstuk.

Een goot is ten minste 229 mm breed.

Een goot is ten hoogste 241 mm breed.

De goten lopen van de foutlijn tot de achterzijde van het pindeck.

Er is een foutlijndetector.

Het scorebord hangt boven het pindeck.

Het scorebord is elektronisch.

Het scorebord is voor deelnemers, wedstrijdleiding en toeschouwers goed af te lezen.

Voor iedere baan is er een loopband voor het automatisch retourneren van de ballen.

Tussen 2 banen is een loopband voor het retourneren van de bowlingballen van die 2 banen.

Het eindpunt van de terugloop van de loopband van de bowlingballen heeft voldoende ruimte voor bowlingballen.

Er is een rek waar bowlingballen kunnen worden neergelegd.

Voor de aanloop ligt het zitgedeelte.

De afmetingen van het zitgedeelte zijn afhankelijk van het te verwachten gebruik.

Er is in de nabijheid van de receptie, of horeca een ruimte ingericht voor bowlingsschoenen.

Het aantal bowlingschoenen is afhankelijk van het aantal banen.

Per baan zijn voor iedere schoenmaat voldoende schoenen beschikbaar.

De ruimte voor bowlingschoenen is voorzien van schoenenrekken.

De ruimte tussen twee banen,zonder een tussenliggende loopband voor het retourneren van bowlingballen,is ten minste gelijk aan de breedte van twee baangoten.

De ruimte tussen twee banen, met een tussenliggende loopband voor het retourneren van bowlingballen voor beide banen, is gelijk aan ten minste de breedte van twee baangoten plus de breedte van de loopband voor het retourneren van bowlingballen.