Deur

De deur is gesitueerd in het midden van de achterwand.

Het binnen oppervlak van de deur moet effen zijn.

Het binnen oppervlak van de deur moet gelijk liggen met de aangrenzende wandoppervlakken op het moment dat de deur gesloten is.

De deur moet voorzien zijn van een verzonken handgreep die gelijkwaardig is met de aangrenzende wandoppervlakten.

De deur moet de kleur, de textuur en de balstuit van de aangrenzende wandoppervlakken zo dicht mogelijk benaderen.

De deur is voorzien van grendel of andere mechanisme dat voorkomt dat de deur onbedoeld opengaat tijdens het spel.

De deur moet tussen 750 en 900 mm breed zijn en 2.130 mm hoog.

De mate waarin de rand van transparante deur of een aanpalend paneel doorbuigt ten opzichte van enig deel van het kozijn of de rand een aanpalend paneel na een botsing bedraagt niet meer dan de dikte van het transparante paneel plus 2 mm bij een botssnelheid van 3.000 mm per seconde.

De mate waarin de rand van een transparante deur of aanpalend paneel doorbuigt ten opzichte van enig deel van het kozijn of de rand een aanpalend paneel na een botsing bedraagt niet meer dan de dikte van het transparante paneel plus 12 mm bij een botssnelheid van 4.500 mm per seconde.

Alle doorzichtige deuren zijn voorzien van een driepuntsbeveiliging aan de sluitzijde.

Alle deuren die breder zijn dan 1.000 mm hebben aan beide zijden van de deur een driepuntsbeveiliging.