Verlichting en ventilatie

De baan wordt verlicht met kunstlicht.

Het verlichtingsniveau, gemeten 1.000 mm boven de vloer, is minimaal 300 lux.

Het verlichtingsniveau, gemeten 1.000 mm boven de vloer, heeft een aanbevolen sterkte van 500 lux.

Het verlichtingsniveau, gemeten 1.000 mm boven de vloer, heeft een aanbevolen sterkte van 500 lux.

De wanden van de baan zijn gelijkmatig verlicht.

De verlichtingssterkte wijkt nooit meer dan 15 procent af van het gemiddelde verlichtingsniveau.

De verlichting laat geen schaduw of andere effecten zien op de vloer of de wanden.

Het verlichtingsniveau moet bij een glazen achterwand aan beide zijdes van het glas gelijk zijn.

Het verlichtingsniveau moet bij een niet-transparante achterwand hoger zijn dan net buiten de baan. Daarbij geldt een verschil van ongeveer 30 procent.

Het verschil in het verlichtingsniveau mag bij LED Lampen groter zijn dan de aanbevolen hoeveelheid van 15 procent niet-LED Lampen.

In een enkelspelbaan worden minimaal zes LED-armaturen geplaatst om het licht gelijkmatig te verdelen.

In een dubbelspelbaan worden minimaal acht LED-armaturen geplaatst om te zorgen voor een gelijkmatige verdeling van het licht.

De LED-lampen hebben een kleurtemperatuur van 3.500 Kelvin.

Bij Tv-uitzendingen geldt een minimale verlichtingssterkte van 1200 lux.

De wanden van de baan zijn zodanig geconstrueerd, geïsoleerd en geventileerd dat ze vrij blijven van condensvorming op het moment dat de baan en een aangrenzende toeschouwersruimte in gebruik is.

Het enige deel van de baan dat mag worden gebruikt als locatie voor een verwarmings- of ventilatieapparatuur bevindt zich onder de bovenste 50 mm van het tin op de voorwand.

Geen enkel deel van de verwarmings-, ventilatie- of andere apparatuur mag uitsteken in de vrije ruimte boven de baan. Enige uitzondering hierop is een uitrusting die op de voorwand boven het speeloppervlak wordt gemonteerd, op voorwaarde dat:

Geen enkel deel van dergelijke uitrustig zich op minder dan 5.000 mm boven het vloerniveau van de baan bevindt of in de baan uitsteekt buien de driehoek die wordt gevormd door de verminderde hoogte boven de voorwand; o Geen enkel deel van dergelijke uitrusting meer dan 150 mm uitsteekt in de vrije ruimte boven de baan; o Op de voorwand geen schaduwpartijen ontstaan.