Steeplechase

Hoewel deze voorschriften zorgvuldig zijn opgesteld, prevaleren de (inter)nationale reglementen bij eventuele afwijkingen of interpretatieverschillen. De (inter)nationale reglementen worden gevormd door de laatst uitgebrachte versie van de volgende documenten:

• (Inter)nationale wedstrijdreglement van World Athletics, verder ‘WR’. Dit zijn de internationale basisregels;
• Track & Field Facilities Manual van WA, verder ‘T&F’. Dit zijn de internationale basisregels;
• Supplement WA TF Facilities Manual, verder ‘supplement’. Hierin staan de afwijkende regels voor Nederland verwoord;
• Belijningsplan. Hierin staat omschreven welke belijning verplicht is.

Steeplechase vind plaats op de rondbaan.

Steeplechase is een hindernisloop over 2.000 meter (vrouwen) of 3.000 meter (mannen). Iedere ronde zijn er 5 hindernissen. 4 standaard hindernissen en een hindernis met daarachter een waterbak. Voor de atleten U16 is er een 1.500 meter steeplechase.

De posities van de hindernis zijn gemarkeerd conform de voorgeschreven markeringen.

Zie Markeringen Atletiekbaan C0293 Markeringen Atletiekbaan.

Zie Rondbaan C0230 Rondbaan

De losstaande hindernissen hebben een lengte van tenminste 3.940 mm.

De balk van de eerste hindernis heeft een lengte van tenminste 5.000 mm.

De zijden van de balk aan de bovenzijde van de hindernis hebben een breedte en hoogte van 127 mm.

De hindernis staat direct voor de waterbak.

De balk van de hindernis steunt op 2 palen.

Zie tekening D0198 Aanzicht hindernis waterbak vanuit de waterbak.

De hindernis is 3.660 mm lang.

De tolerantie van de lengte van de hindernis is +/- 20 mm.

De zijden van de balk aan de bovenzijde van de hindernis hebben een breedte en hoogte van 127 mm.

De waterbak is een combinatie van een hindernis en een waterbak.

De waterbak is permanent geïnstalleerd aan de binnenzijde, of de buitenzijde van de laatste bocht voor de finish van een rondbaan.

De bodem van de waterbak direct achter de hindernis is 500 mm diep

De tolerantie van de diepte van de waterbak is + 50 mm

De waterbak loopt vanaf ca. 1.200 mm na het punt na de hindernis, gelijkmatig op naar het niveau van de rondbaan.

De waterbak loopt op onder een hoek van 12,4°.

De tolerantie van de hoek waaronder de waterbak oploopt is +1°.

Zie tekening D0196 Zijaanzicht waterbak steeplechase.

De waterbak is, van de voorzijde van de hindernis tot het punt waar de vloer weer op dezelfde hoogte ligt als de rondbaan, 3.660 mm lang.

De waterbak is 3.660 mm breed.

De tolerantie van de lengte en de breedte van de waterbak is +/- 20 mm.

Zie tekening D0196 Zijaanzicht waterbak steeplechase en D0197 Bovenaanzicht waterbak steeplechase.

De bodem is gemaakt van synthetisch materiaal

De dikte van de synthetische bodem loopt door tot de rondbaan vanaf het punt waarop de waterbak op hetzelfde niveau ligt als de rondbaan, over een lengte van 500 mm.

Zie tekening D0171 Waterbak steeplechase binnenzijde rondbaan.

Het rechte stuk met de waterbak aan de binnenzijde van de baan wordt bereikt door een bocht die naar binnen loopt vanaf de rondbaan.

Het rechte stuk met de waterbak aan de binnenzijde van de baan wordt verlaten door een bocht die naar binnen loopt vanaf de rondbaan.

Beide bochten hebben een straal van 16.000 mm.

De voorzijde van de waterbak ligt op 18.901 mm na de inkomende bocht.

Het rechte einde van het deel met de waterbak is 3.660 mm breed.

De opstaande rand van de rondbaan wordt verwijderd ter hoogte van de inkomende en uitgaande bocht van het rechte stuk met de waterbak.

De afwatering achter de opstaande rand kan vlak worden afgedekt

Het gedeelte van de bochten en het rechte einde voor de waterbak binnen de rondbaan zijn begrensd met opstaande randen.

Het gedeelte van de bochten en het rechte einde voor de waterbak binnen de rondbaan zijn aangegeven met witte lijnen, als er geen opstaande randen zijn.

Zie tekening D0170 Waterbak steeplechase buitenzijde rondbaan.

Op een rondbaan wordt het rechte stuk van de rondbaan in de richting van de waterbak, verlengd.

Vanaf het verlengde rechte stuk wordt de bocht doorgezet met dezelfde straal als die van de rondbaan.

De waterbak ligt buiten de buitenste baan van de rondbaan.

De waterbak ligt minimaal 500 mm buiten de buitenste baan van de rondbaan.

De verlenging van het rechte deel en de bocht worden met markeringen aangegeven op de rondbaan.