Turnen Heren bovenbouw

Het oppervlak waarop een vloeroefening afgewerkt wordt, is 14.000 mm bij 14.000 mm.

De ruimte die beschikbaar is voor de vloeroefening is begrensd met lijnmarkering of kleurscheidingen, waarbij de markeringen onderdeel zijn van het vloeroppervlak.

De voltige heeft een hoogte van 1.050 mm, gemeten vanaf de bovenkant van de mat.

De voltige heeft een hoogte van 1.150 mm vanaf de vloer.

De ringen hangen op een hoogte van 2.900 mm van de vloer.

Het toestel heeft een hoogte van 1.350 mm, gemeten vanaf de vloer.

Het landingsgebied achter het toestel wordt gemarkeerd met duidelijke lijnen.

Het landingsgebied heeft direct achter het toestel een breedte van 950 mm en op het einde een breedte van 1.500 mm.

De mat waarop het gemarkeerde landingsgebied is aangebracht zit zodanig vast dat het niet kan verschuiven tijdens een wedstrijd.

De hoogte van de brug is 1.800 mm, gemeten vanaf de bovenkant van de mat.

De hoogte vanaf de vloer is 2.000 mm, gemeten vanaf de vloer.

De hoogte van de rekstok is 2.600 mm, gemeten vanaf de bovenkant van de mat.

De hoogte van de rekstok is minimaal 2.800 mm vanaf de vloer.