23 mei 2024

Aanleg hockeyvelden

Na de aanpassing van de sporttechnische voorschriften voor kunstgras hockeyvelden in november 2022, waarbij de eigenschappen gelijk zijn getrokken met die van de Internationale Hockeybond FIH, zijn er verschillende stappen gezet.

Zoals gebruikelijk in het nieuwe kwaliteitszorgsysteem zijn van alle producten declaraties opgebouwd. In een laboratorium zijn hiervoor van de sportvloeren (het kunstgras inclusief eventuele infill en (prefab) shockpads) de materiaaleigenschappen vastgesteld waarna de vloeren op de sportproductenlijst zijn geplaatst.

Het opstellen van die materiaaleigenschappen kan pas zodra het product in het laboratorium aan de nieuwe sporttechnische voorschriften voldoet. Sinds 1 februari van dit jaar zijn alle sportvloer producten op de sportproductenlijst voorzien van zo’n declaratie. Daarmee voldoen ze ook in het laboratorium aan de nieuwe voorschriften.

Nu het uitvoeringsseizoen is gestart worden de eerste velden conform de nieuwe voorschriften en materiaalspecificaties gebouwd. Tijdens de aanleg van het veld wordt de sportvloer door een erkend instituut gekeurd conform de betreffende handleiding. Onderdeel hiervan is een materiaaltechnische verificatie van de toegepaste materialen en een eindkeuring van het veld. Daarbij wordt deze getoetst aan het sporttechnisch voorschrift. Wanneer de sporttechnische waarden minimaal voldoen aan de gebruikersvoorschriften, de voorschriften welke van toepassing zijn bij het hercertificeren van sportvelden, ontvangt het veld een goedkeuring voor bespeling voor de eerste 3 maanden.

Na deze periode van 3 maanden moet het veld voldoen aan de aanlegvoorschriften. Deze procedure van 3 maanden is ingevoerd vanwege het uitharden van insitu shockpads (e-layers of ET-layers) en/of het zetten van infillmaterialen.

Ondanks de laboratoriumonderzoeken en 3 maanden durende procedure bestaan er op dit moment twijfels of hockeyvelden met een insitu shockpad kunnen voldoen aan de nieuwe sporttechnische voorschriften, wanneer deze zijn gebouwd op een ongebonden fundering (een fundering bestaande uit korrelmateriaal). Deze twijfel is gebaseerd op het correlatieverschil tussen de laboratoriummetingen, waarbij de sportvloer op gebonden fundering (beton) wordt getoetst, en de praktijkmeting waarbij de sportvloer op een ongebonden fundering wordt aangelegd.

Omdat er tot op heden nog onvoldoende cijfers zijn over de correlatie tussen de toetsing op een gebonden fundering in het laboratorium en de praktijk op een ongebonden fundering, wordt de programmaraad gevraagd om op korte termijn, bij een te groot correlatieverschil, een uitzondering voor hockeyvelden op insitu shockpads aan te nemen. Daarnaast wordt de programmaraad gevraagd om voor de langere periode een taakgroep te vormen die oplossingen gaat onderzoeken waarbij hockeyvelden aan de nieuwe sporttechnische voorschriften kunnen voldoen.

De programmaraad komt 11 juli bijeen.